Zhang Ruo(Zhang Qiang) is geboren in Hefei Provincie in 1982. Nadat hij in 2006 afstudeerde aan de Hebei Normal University begon hij ion 2011 zijn eigen studio in Beijing. Hij won met zijn brozen kunstwerken diverse prijzen waaronder de ’12th Asian Carving Competition in Dagen en in 2017 het certificaat van Art Nova voor de beste kunstenaar.
Hij heeft deelgenomen aan diverse groepen en solo tentoonstellingen in China; Hong Kong; Japan en Duitsland.
De serie ‘Animal Master’ bestaande uit diverse dieren die op de achterzijde van een meubelstuk staan. Geïnspireerd door een oud vies krukje wat hij op een marktje zag en wat hem de herinneringen van zijn vroege jeugd deed oproepen. Een verhaal van zijn moeder ten tijde van de culturele revolutie in China. De intellectuelen uit het dorp van zijn moeder, waaronder de leraren van de locale dorpsschool waren opgepakt door de Rode Garde en werden op het dorpsplein verhoord staande op de onderkant van een krukje of stoeltje met hoge hoeden op. Een scene die zijn moeder als erg verdrietig heeft aangegrepen. Zo begon Zhang Ruo met een varkentje dat op de pootjes van een krukje stond met zijn ogen dicht, zodat het leek alsof hij aan iets dacht. Grappig maar ook absurd. Later voegde Zhang Ruo andere dieren aan de serie toe. Dieren die dicht bij de mensen staan. Zo dicht dat hun eigen woon situatie bijna verdwenen is. Ze moeten zich in stand houden met een stabiele en elegante houding. Het doet ons een spiegel voorhouden volgende de kunstenaar die vindt dat wij iets van de dieren in zijn beelden kunnen leren.
Labour serie (2011 – 2021)
‘Dit is een groep sculpturen over de herinneringen aan mijn kindertijd. Het is een combinatie van metalen sculpturen en oude voorwerpen, vol levensadem.
Ik ben geboren in een gewoon plattelandsgezin in het noorden van China. Mijn voorouders hebben generaties lang een leven geleid met uitzicht op de löss en terug naar de hemel. Hard werken heeft een arm en eenvoudig leven in stand gehouden. Toen ik jong was, volgde ik de volwassenen om op het land te werken, wat de diepste herinnering aan mijn jeugd is. . Wandelend over het natuurlijke land, ruik je de modder en hoor je de geluiden van de natuur. Ouders zeggen dat je in de toekomst hard moet studeren, toelatingsexamens voor de universiteit moet doen en hier weg moet; toen ik op de basisschool aankwam, zei de leraar dat kennis het lot verandert, en je moet elke dag vooruitgang boeken en hier vertrekken! Langzaam werden boeken mijn werkobject.
Op een dag, toen ik naar de universiteit ging, bestudeerde ik steeds meer studieboeken, wat logisch leek, maar ik kon het niet meer en meer begrijpen. Na mijn afstuderen kwam ik naar Peking, waar ik me bezighield met artistieke creatie, en ik had het net zo druk als de mensen hier. Wat is het resultaat van geestelijke arbeid en materiaal? Mensen hebben allemaal banen nodig, waarom? Is werk het lot? Waar brengt het lot ons heen? Ik weet het niet, maar ik weet zeker dat we niet langer kunnen stoppen, en we kunnen niet terug naar het verleden!’